Plaatselijk vet verbranden: feit of fabel?
Je kunt je social media tegenwoordig niet meer openen, zonder dat je weer gebombardeerd wordt met plaatjes van allerlei slanke dames met ronde billen en gespierde mannen met geweldige buikspieren. Terwijl je in de spiegel kijkt, zie je vooral net díe plek waar jij het liefst wat vet kwijt zou willen.
Dan zie je een of andere influencer met een wondermethode of wonderdiëet, een assortiment aan pillen, theetjes of zalfjes, vol medische wonderen die het vet als sneeuw voor de zon zullen laten verdwijnen! Zonder veel te hoeven doen zal je lichaam het vet weghalen op uitgerekend de plekken waar jij het niet wilt hebben!
Fantastisch toch?! Nou nee, tijd om te stoppen met dromen, want plaatselijk vet verbranden is onmogelijk.
Kan je plaatselijk vet verbranden?
Een populaire misvatting is dat je plaatselijk kunt afvallen. Zo denken veel mensen dat je door middel van buikspiertraining buikvet kunt verliezen, ondanks de vele onderzoeken die het tegendeel bewijzen, Jammer genoeg werkt het lichaam niet zo. Om vet te verliezen op die vervelende plekken zul je over je hele lichaam moeten afvallen en waarschijnlijk meer dan je denkt.
Jij kunt niet voor je lichaam bepalen waar het haar vet kwijt raakt. De een slaat meer vet op bij zijn heupen, de ander bij zijn buik, enzovoorts. Dit maakt het lastiger om lokaal vet te verliezen op diezelfde plekken. Waarom dit zo is, heeft onder andere te maken met de doorbloeding en de verhouding tussen alfa- en bèta-2 receptoren in het vetweefsel.
Alfa-2 & bèta-2 receptoren
Om vet te kunnen verbranden, moet het vrijgemaakt worden (mobilisatie). Dit gebeurt o.a. met het hormoon adrenaline, dat het deurtje van een vetcel moet ‘openen’. Daarvoor moet adrenaline (sleutel) binden aan een receptor (sleutelgat). Er zijn meerdere van deze ‘sleutelgaten’ welke tot de familie van adrenoceptoren behoren.
Twee van de adrenoceptoren spelen een hoofdrol in dit verhaal, namelijk alfa-2 en bèta-2. Als adrenaline de sleutel omdraait van een alfa-2 receptor, dan wordt het vet op slot gezet. Het activeren van de bèta-2 receptor maakt het vet juist vrij. Vetcellen hebben alfa-2 en bèta-2 receptoren, maar de verhouding tussen de twee verschilt per lichaamsdeel. De delen met relatief veel alfa-2 receptoren vormen meestal de probleemgebieden.
Vet op bepaalde lichaamsdelen, zoals de heupen en benen, is om deze reden vaak hardnekkig van aard. Dit is overigens pas echt merkbaar, wanneer het vetpercentage al vrij laag is. Bij mannen is dit ongeveer bij een vetpercentage van – 10% en bij vrouwen – 16 tot 18%.
Ondanks dat het vrijmaken van vet uit deze vetcellen moeilijker is, blijft het simpelweg een kwestie van vet verliezen totdat dit vet ook weg is. Hiervoor is geduld nodig en een negatieve energiebalans, in tegenstelling tot wat reclames je allemaal wijs willen maken.
Plaatselijk vet verliezen vs. een negatieve energiebalans
Wat houdt een negatieve energiebalans dan precies in? Dit houdt simpelweg in dat je minder energie binnen moet krijgen, dan je gebruikt. Met andere woorden: Minder calorieën binnen krijgen dan je lichaam nodig heeft voor het verrichten van de dagelijkse activiteiten.
Waarom dit niet in de krantenkoppen staat, maar er volop gesproken wordt over hormonen, ‘slechte calorieën’ en ‘ontgiften’? Mensen vertellen dat ze minder moeten eten en geduld moeten hebben is niet ‘sexy.’ Je laat mensen hiermee niet upswypen en ze zullen ook je ‘revolutionaire’ product niet kopen.
Moeite met afvallen? Doe onze cursus Afvallen in 12 weken. Je leert hoe afvallen werkt met wetenschappelijk onderbouwde lessen en praktische hulpmiddelen. Je leert stap voor stap afvallen, maar ook hoe je dit levenslang kunt volhouden.
Marketingtechnisch is het dus niet voordelig. Minder eten en meer bewegen, waardoor je in een negatieve energiebalans komt, is de sleutel tot afvallen. Het gaat vaak allemaal niet zo makkelijk als je het liefst zou willen en het zal altijd met ups en downs gaan, maar uiteindelijk kan iedereen het. Betekent dit dat je alleen nog maar aan eentonige, gezonde voeding moet? Nee, absoluut niet.
En als ik nu een specifieke spiergroep blijf trainen?
Als je een specifieke spiergroep traint, dan laten de vetcellen rondom die spiergroep vet los, waardoor dit in de bloedbaan terecht komt. De vetcellen die verder weg van die spiergroep zitten, laten op dat moment minder vet los. Maar dat het vet in je bloedbaan terechtkomt, betekent nog niet dat het ook verbrand wordt. Het is mogelijk dat het vrijgemaakte vet weinig tot niet verbrand wordt, en dat het weer opgeslagen wordt in dezelfde vetcellen.
Momenteel is er op dit gebied nog niet genoeg onderzoek gedaan, om het volledig uit te sluiten. Maar met de aanwijzingen die we op dit moment hebben, mag duidelijk zijn dat het proberen te bereiken van spot reduction nutteloos is.
Conclusie
Ondanks dat de media je graag anders doen geloven, kun je niet plaatselijk vet verbranden en is afvallen in feite dus niet heel complex.
De sleutel tot gewichtsafname is een negatieve energiebalans. Dit betekent in de praktijk minder energie binnen krijgen en meer energie verbranden. Kortom: minder eten en meer bewegen!
Niet sexy of verkoopbaar, maar wel effectief! De hoe en wat over hoe je dat kunt bereiken is in de praktijk natuurlijk wat lastiger. Onze artikelen kunnen je daarbij op weg helpen.
Vragen? Stel ze hieronder.
Hi Richard, helder stuk. Wel een vraag. Ik heb deze discussie ook al eens met iemand gehad: je kan niet plaatselijk vet verliezen. Hij gaf aan dat dit wel kan, en dat dit met je hormoonbalans te maken heeft. Een te veel op de heupen zou bij vrouwen dus een te veel aan oestrogeen zijn. Heb jij hier wel eens iets over gehoord? En hoe kijk je hiernaar?
Hoi Juliette,
Menno Henselmans heeft hier een hele mooie uiteenzetting over geschreven, wel in het Engels, maar hier wordt jouw vraag gegarandeerd beantwoord!
Veel leesplezier 🙂
https://mennohenselmans.com/biosignature-reviewed-hormones-key-weight-loss/
groet Krullaine